Een 99-jarige man sterft letterlijk bij het verwekken van zijn zoon Vicente. Met dit begin heeft de Salvadoraanse schrijver en dichter Jorge Galán (1973) meteen de aandacht van de lezer in zijn roman De straat van Magdalena. De geschiedenis/het relaas wordt verteld door Magdalena, hoofdpersoon en vrouw van Vicente. Aan het eind van haar leven vertelt ze haar verhaal aan haar kleinzoon, die de verhalen opschrijft, dit boek. Magdalena benadrukt de hele tijd dat ze meent dat hij haar niet gelooft. Ze praat immers over een wereld die langzaam vervlogen en veranderd is.
De oude vrouw praat, de jongen luistert. Het verhaal speelt rond 1920 en maakt sprongen in de tijd, de twintigste eeuw door. We lezen hoe Vicente opgroeit, een onderhoudend verhaal. Het leven van Magdalena staat centraal. Als kind ontdekt ze dat ze magische krachten heeft, die meestal slechte gevolgen hebben: haar wens wordt werkelijkheid als ze een slechte gedachte heeft, met ingrijpende gevolgen in haar eigen leventje. Ze groeit op in een klein dorpje waar de sociale controle groot is. Kan ze haar geliefden beschermen?
De roman verscheen in 2013 en de oorspronkelijke titel luidt in het Spaans La habitación al fondo de la casa (De kamer achterin het huis). Mysterieuzer, mooier en spannender, wat mij betreft. Want daar bevindt grootmoeder Magdalena zich in het halfdonker wanneer ze terugkijkt op haar leven en tegen haar kleinzoon spreekt. De plek in huis ademt een sfeer van veiligheid en vertrouwdheid.
Het is een verhaal uit El Salvador, een land waar we op literair gebied vrijwel niets van horen. In het voorwoord prijst de succesvolle Spaanse schrijfster Almudena Grandes de roman aan. Triest detail is dat Jorge Galán in november 2015 zijn land moest ontvluchten in verband met doodsbedreigingen aan zijn adres vanwege November, een roman die gebaseerd is op de moord op zes priesters, hun huishoudhulp en haar dochter in 1989 tijdens de burgeroorlog.
Op meeslepende wijze weet Galán de levens van Magdalena en Vicente aan elkaar te koppelen. Hoe gaat Vicente om met haar ‘gave’? Het levert miscommunicatie en onbegrip op, zet druk op hun relatie. Mensen worden ziek. Wie of welk kwaad zit daar achter? De opstekende wind kan zo maar een teken van naderend onheil zijn. Wat is het verschil tussen schuld en verantwoordelijkheid?
Magische gebeurtenissen
De straat van Magdalena gaat uit van een origineel gegeven voor een verhaal: iemand kwaad toewensen en het gebeurt echt. Dat klinkt aantrekkelijker dan het in werkelijkheid is, zo ondervindt Magdalena al snel. In het begin is het verhaal wat abstract. Het beginpersonage heeft geen naam omdat niemand de moeite neemt om iets of iemand een naam te geven. Het gaat om de vader van Magdalena.
In de roman komt de Salvadoraanse samenleving in fragmenten naar voren: het machismo van de mannen, het duistere verleden van overheidsrepressie en de straffeloosheid. De pijn die Magdalena beschrijft is die van een huidige generatie die een eeuw vol ellende en geweld heeft geërfd.
Op de achterflap van De straat van Magdalena prijst de uitgever het boek aan als een magisch-realistische familiesaga, in de traditie van Isabel Allendes bestsellerroman Het huis met de geesten. Begrijpelijk, want zo kunnen lezers het boek plaatsen. Maar de roman heeft deze ‘verkooptruc’ en de associatie met de Chileense bestsellerauteur niet nodig, want het verhaal staat als een huis.
Jorge Galán, De straat van Magdalena, Uitgeverij Wereldbibliotheek, Amsterdam, ISBN 9789028426429, 223 pag., €19,99, vertaling: Marjan Meijer