Een paar jaar geleden vroeg Matthew Brown, docent Latijns Amerikastudies aan de Universiteit van Bristol, aan zijn studenten wie de invloedrijkste levende Latijns-Amerikaan was. De ouderejaars noemden Lula, Hugo Chávez en Gabriel García Márquez. De eerstejaars dachten echter vrijwel unaniem aan de Colombiaanse Shakira, die zowel in het Spaans als het Engels zingt. Daarmee symboliseert ze de verbinding van Latijns Amerika met de rest van de wereld. En Latijns Amerika is duidelijk meer dan alleen politiek en sociaaleconomische kwesties.
Zulk soort ervaringen inspireerden Brown tot het schrijven van wat hij een ‘alternatieve’ geschiedenis van Latijns Amerika sinds de onafhankelijkheid noemt, From Frontiers to Football: De ontwikkeling van het continent in relatie met de rest van de wereld, met niet alleen aandacht voor politiek en economie, maar ook voor sport en cultuur. Daarbij zet hij zich af tegen linkse visies als die van Eduardo Galeano die Latijns Amerika vooral als slachtoffer zag van kolonialisme en imperialisme en rechtse als die van Niall Ferguson voor wie het continent, vergeleken met succesvolle regio’s als Europa en de Verenigde Staten, als een tamelijk irrelevante geïsoleerde mislukking figureert.
Bijtende Luís Suárez
Brown, specialist in de Latijns-Amerikaanse onafhankelijkheidsstrijd en de gevolgen daarvan, schetst in acht hoofdstukken hoe in de negentiende eeuw Spanje en Portugal werden opgevolgd door Groot-Brittannië met z’n ‘informal empire’, en hoe de twintigste eeuw die van de Verenigde Staten was. De Amerikaanse invloed is recent flink afgenomen en China is op het toneel verschenen. Hij betoogt dat Latijns Amerika er al die tijd wel degelijk toe deed en nauw met de rest van de wereld was verbonden. Hoewel Matthews voorbeelden geeft waarbij de Britten en Noord-Amerikanen het continent niet aan een touwtje hadden, blijft de grote afhankelijkheid van deze grootmachten overeind, net als bij Galeano.
Binnen die chronologische hoofdstukken behandelt Brown een grote hoeveelheid onderwerpen. Boeiend is de nadruk op eerdere communicatierevoluties, zoals telegraaf en spoorwegen. Ook slavenhandel, natievorming, (burger)oorlogen, migratie, bevolkingsgroei, de inheemse bevolking, militairen, de invloed van de Tweede Wereldoorlog en de Koude Oorlog en nog veel meer komen langs. Van recenter datum zijn de drugsproblematiek en de gekozen linkse regeringen. Aan de hand van bijna twee eeuwen conflicten tussen Argentinië en Engeland over de Malvinas/Falklandeilanden worden spanningen mooi geïllustreerd.
Er is veel aandacht voor literatuur en muziek en nog meer voor voetbal. Over die populaire sport gaat een tiende deel van het boek. Matthews blijkt een enthousiast voetballiefhebber en voetbalhistoricus. Hij behandelt de komst en het snelle succes van deze Engelse sport en de rol bij het creëren of versterken van een nationaal gevoel. In de voetballerij worden ook verschuivingen in de verhoudingen tussen klassen en etnische groepen zichtbaar. Via Maradona koppelt Matthews voetbal aan de Malvinas/Falkland-kwestie en ook de bijtende Luís Suárez ontbreekt niet. Al die onderwerpen en voorbeelden beschrijft Matthews steeds in stukjes van ruim een halve tot een paar pagina’s. Daarnaast heeft hij kaders opgenomen over vijftien belangrijke Latijns-Amerikanen.
Slordig
Het boek leest meestal prettig, geeft veel goede voorbeelden en biedt soms nieuwe of verrassende doorkijkjes. Maar is deze geschiedenis echt zo alternatief? Onder de vijftien belangrijke personen zijn weliswaar drie sportlieden, een zangeres en een drugsbaas, maar geen enkele schrijver en wel zeven presidenten, de gebruikelijke protagonisten van de traditionele politieke geschiedschrijving. Slechts drie van de vijftien zijn vrouw.
Daarnaast maakt het boek vaak een slordige en haastige indruk. Zo schrijft Matthews dat het economisch beleid van veel landen rond 1990 pas achteraf door commentatoren als neoliberaal werd bestempeld, terwijl niemand die term rond 1990 gebruikte. Er verschenen echter in die jaren talloze boeken over het neoliberalisme (met die term) en de voor- en nadelen daarvan; ook kranten en tijdschriften stonden er vol van. Zo kan ik wel meer fouten noemen. Het kader over de Chileense dictator Pinochet bevat niet minder dan vijf feitelijke onjuistheden. Daar weet ik toevallig een en ander van, maar het doet ook vrezen voor onderwerpen waarin ik minder thuis ben. Het is ook vreemd dat in het kader over de Braziliaanse president Lula op diens cliëntelisme wordt gewezen, terwijl bij zijn veel meer omstreden Venezolaanse ambtgenoot Chávez iedere kritisch noot ontbreekt.
De auteur bedankt allerlei mensen voor steun en aanmoediging, maar had vooral baat kunnen hebben bij deskundige en kritische meelezers. Het blijft een interessant en stimulerend boek, maar voor een tweede druk is een zorgvuldige herziening gewenst. Dat geldt ook voor het haastig in elkaar geflanste register. Het lijkt erop dat het boek nog voor het WK voetbal in Brazilië in de winkels moest liggen.
Matthew Brown, From Frontiers to Football. An Alternative History of Latin America since 1800. Londen: Reaktion Books, 2014, 248 pag., ISBN 978 1 78023 353 6, € 32,50