‘Ik houd veel van mijn land, maar het geeft me zo weinig hoop’. Tegen het einde van hun boek Het gedroomde land. Reis naar het hart van Argentinië gebruiken Vera Keur en Theo van Stegeren een citaat uit 1986 van de beroemde schrijver Jorge Luis Borges. Het had kunnen dienen als een soort startpunt en inspiratie voor hun zoektocht. Dit echtpaar, zij jarenlang directeur en voorzitter van de VARA, hij journalist en docent journalistiek, trekt tegenwoordig als reizende schrijvers de wereld rond.
Hun boek over Argentinië is daarvan het eerste resultaat. Ze willen graag ‘weten wat dit land drijft en waarnaar het op weg is’. Om daar een idee van te krijgen, hebben ze bijna een jaar het hele land doorkruist, met talloze mensen gesproken en veel gelezen. In een dertiental hoofdstukken lezen we over levensgevoel in Buenos Aires, de agrarische elite en het polospel, de onvermijdelijke Juan en Evita Perón (en haar nare broer Juancito), de komst van Duitse nazi’s en de rol van het Vaticaan daarbij, antisemitisme, corruptie, de dictatuur van generaal Videla, de ommekeer onder de Kirchners, Patagonië, repressie in noordelijke steden, Guaraní-indianen en Jezuïeten, een massaal aanbeden volksheilige naast een lege kerk en nog veel meer.
Zwijgen
Door dit alles heen lopen steeds het katholicisme, de militaire dictatuur (1976-1983) en het peronisme, zaken waarover de Argentijnen het heftig met elkaar oneens zijn. In het laatste hoofdstuk wordt Jorge Zorreguieta in het kader van eerder beschreven ontwikkelingen geplaatst. De in de allerlaatste zin uitgesproken wens dat die niet bij de kroning aanwezig zal zijn, is inmiddels vervuld.
Mij sprak het hoofdstuk ‘Waarheidszoeker in het duister’ over journalist en schrijver Uki Goñi het meest aan. Hij was een van de weinigen die tijdens de militaire dictatuur over de verdwijningen schreef, in een Engelstalige krant, de Buenos Aires Herald. Later schreef hij boeken over Perón en de nazi’s en over antisemitisme, onderwerpen waarover je volgens veel Argentijnen en ook Goñi’s familie nog steeds hoort te zwijgen.
Ik wist al dat katholieke bisschoppen zich met hun enthousiaste steun aan de laatste dictatuur misdadig hadden gedragen, maar het blijkt nog erger dan ik dacht. Priesters vertelden soldaten die gingen martelen en moorden dat ze daarmee goed werk deden, met de zegen van de kerk. Wanhopige mensen, van wie familieleden zijn verdwenen, vertelden dat in de biechtstoel aan priesters, die hen vervolgens gegevens probeerden te ontfutselen om nog meer mensen te kunnen vervolgen.
Gif
Hoewel ze bij hun zoektocht veel ellende, hypocrisie, zwijgen, angst en wantrouwen zijn tegengekomen, tonen de auteurs zich optimistisch. Al snel zien ze dat Argentinië ‘z’n beladen verleden van zich afschudt’ en tegen het eind concluderen ze dat Argentinië ‘nu vastberaden het gif probeert te verdrijven’. De katholieke kerk heeft z’n machtspositie verloren, sinds kort is er een legaal homohuwelijk, het leger is militair en politiek nog maar een schim van wat het is geweest, schenders van de mensenrechten worden aangepakt. Daarbij tonen Keur en Van Stegeren, ondanks allerlei kanttekeningen, zich opmerkelijk positief over de peronistische presidenten Néstor en zijn echtgenote en opvolger Cristina Fernández de Kirchner. Zij pakken niet alleen de militairen aan, maar voeren ook een beleid dat gericht is op sociale rechtvaardigheid. Anders dan Borges een kwart eeuw geleden zag, is er nu hoop.
Dit boek maakt voor een Nederlands publiek veel aspecten van Argentinië duidelijk. Bijzonder te waarderen is dat de auteurs niet in Buenos Aires zijn gebleven, maar het hele land (bijna zo groot als India) hebben bereisd. Daaraan danken we een onthullend verhaal over de massale repressie in het noorden, mogelijk gemaakt door innige samenwerking van ondernemers en militairen. Dat reizen levert ook een mooi, historisch gekaderd, hoofdstuk op over de Guaraní-indianen en Jezuïeten aan de grens met Paraguay en Brazilië. Over de oorspronkelijke bevolking lees je zelden in algemene boeken over Argentinië.
De auteurs hebben gesproken met mensen uit allerlei maatschappelijke sectoren, maar voornamelijk uit de middenklasse en de elite. Het armste deel van de bevolking en hun dagelijkse – en soms ook georganiseerde – strijd om het bestaan, blijft grotendeels onzichtbaar. Dit zijn niet de mensen die de politiek en de heftige discussies bepalen, maar meer contact met hen had mogelijk geholpen nog meer zicht te krijgen op de raadsels en tegenstrijdigheden van Argentinië.
Het boek is meestal goed geschreven en wie de draad kwijt raakt, kan steun vinden in een register, jaartallenlijst en literatuurlijst. Een strakkere eindredactie zou echter de kwaliteit aanzienlijk hebben verhoogd. Verschillende stukken zijn te lang door overbodige details, herhalingen of geleuter. Ook gaat het soms te veel over de auteurs zelf in plaats van over Argentinië. De tekst had een kwart korter gekund.
In NRCHandelsblad van 18 december 2012 vertelde Vera Keur dat beide reizende schrijvers weer zo’n reis naar Zuid-Amerika gaan maken, al wilde ze niet onthullen waarheen. Met wat meer aandacht voor de onderkant van de samenleving en een betere eindredactie kan dat weer een boeiend boek opleveren.