Twaalf jaar van je leven kwijt. Twaalf levensjaren van je eigen kind missen. Omdat je bent ontvoerd en onder erbarmelijke omstandigheden in de jungle zit, met alle gevaren vandien. We kunnen het ons nauwelijks voorstellen. In Colombia is het – zeker in het verleden – vaker gebeurd.
Het overkwam de destijds 36-jarige politieman Luís Alberto Erazo. In 1999 werd hij ontvoerd door de guerrillabeweging FARC. Het was de tijd van onderhandelingen tussen de FARC en de regering van Andrés Pastrana. De guerrilla had zich teruggetrokken in de zogenaamde zona de despeje, een gedemilitariseerd gebied van 42.000 km2, zo groot als Nederland.
De Nederlandse politieagenten John Tamerus en Joost van Slobbe tekenden op Erazo’s verzoek zijn verhaal op in Het ware gezicht van het kwaad, nadat ze hem ontmoet hadden tijdens een dienstreis.
“Opdat iedereen de waarheid weet: de FARC is een terroristisch drugssyndicaat.” In Colombia bestaat het beeld dat Europese media relatief gunstig berichten over FARC. Dit verhaal moet tegenwicht bieden. Op de omslag prijken felgele letters: true thriller.
De guerrillabeweging FARC ontstond in 1964 als boerenverzetsbeweging tegen een repressieve staat. Vanuit marxistisch-leninistisch gedachtegoed streefde de FARC naar omverwerping van het regime. In de jaren negentig was de FARC op haar top qua militaire macht en controle van gebieden. Gaandeweg is de FARC haar idealen echter verloren, volgens Erazo en een groot deel van de Colombiaanse bevolking, en verworden tot een groep drugshandelende terroristen die het volk onderdrukken, waarvoor ze zeggen op te komen. Sinds november 2012 zijn er vredesonderhandelingen gaande tussen de FARC en de Colombiaanse regering.
Het verhaal dat Erazo van zijn gevangenschap in de jungle schetst, is schokkend. Samen met vier andere politieagenten en militairen is hij een waardevolle buit voor de FARC, die hen wil ruilen tegen gevangen genomen guerrilleros. De gijzelaars worden slecht behandeld en hebben fysiek enorm te lijden onder de zware dagmarsen en de spartaanse onderkomens. Op vluchten staat de doodstraf. Als ze het al zouden overleven, want de gevaren van wilde dieren, slangen en ziektes zijn legio en dodelijk. De onderlinge spanningen verhogen de druk, maar de mannen slepen elkaar er ook doorheen op moeilijke momenten. Gedurende periodes worden ze vastgeketend.
Uiteindelijk weet Erazo tijdens een confrontatie tussen de FARC en een legereenheid als enige te ontsnappen. En hoewel Erazo overleefde, is hij een getekend man. Toen hij werd ontvoerd, was zijn dochter een kleuter; bij terugkomst een tiener. Bij de hereniging met zijn familie herkende hij zijn eigen broer niet.
Het boek is een thriller. Dit suggereert spanning en ook al is de afloop bekend, het verhaal is zo indrukwekkend dat het van begin tot eind boeit. Als Chispa-redacteur en Colombia-specialist ben ik geïnteresseerd in de toevoeging ‘true’. Dus vraag ik me af in hoeverre het boek waarheidsgetrouw is. Hoe kunnen we deze getuigenis waarderen?
De auteurs zijn begrijpelijkerwijs solidair met hun Colombiaanse collega. Maar de Colombiaanse politie is in weinig te vergelijken met de Nederlandse oom agent. Zeker agenten die de Colombiaanse binnenlanden ingestuurd worden, doen in Nederlandse ogen eerder denken aan militairen en zo zien ze er ook uit in legergroen of camouflage-uniform. In het boek wordt de Colombiaanse politie behoorlijk bewierookt. Natuurlijk staat de politie voor een moeilijke en ondankbare taak. Maar op het onkreukbare en heldhaftige imago dat uit het boek naar voren komt, is wel wat op af te dingen. De reputatie van de politie is onder de Colombiaanse bevolking zeker niet onverdeeld positief.
Al lezend kun je niet anders dan sympathie voelen voor Erazo. Dat hij de moedeloosheid, de gedeprimeerdheid, het mentale afzien en de lichamelijke ongemakken noodgedwongen overwint, getuigt van een bovenmenselijke prestatie. Maar tegen welke prijs?
Wat Erazo siert, is zijn genuanceerde oordeel over de FARC, ondanks dat hij de term ‘Het Kwaad’ hanteert. Met name de voetsoldaten van de FARC worden afgebeuld en ze mogen er geen eigen mening op na houden. Ongehoorzaamheid wordt zwaar bestraft, op weglopen staat de doodstraf. Ze zijn net zo onvrij als de gijzelaars. De hogere echelons bestempelt Erazo als het daadwerkelijke kwaad.
Het wrange is dat er door de talrijke ontvoeringen in de afgelopen decennia in Colombia zo veel ‘ontvoeringsboeken’ zijn geschreven, dat je kunt spreken van een genre. Als thriller is Het ware gezicht van het kwaad aardig, maar niet bijzonder spannend. Wel bijzonder en tragisch is het verhaal van Erazo, die zijn ervaringen vertelt. Tamerus en Van Slobbe hebben woord gehouden. Het is een klassieke strijd tussen goed en kwaad en bovenal een relaas over een groot persoonlijk en menselijk drama.
Tamerus & Van Slobbe, Het ware gezicht van het kwaad, Vuyk en CO, Leeuwarden, 2014, ISBN 9789079362004, 299 pag., €14,95
Lees ook onze recensie van Gegijzeld van Marc Gonsalves, Keith Stansell en Thomas Howes.