Wat zou je redden als je huis afbrandt? ‘Mijn notitieblokjes’, luidt het antwoord van Michael Taussig (1940) en collega-antropologen. In I Swear I Saw This laat de Australiër zijn gedachten gaan over de kunst van het observeren. Notitieblokjes zijn namelijk onmisbaar tijdens veldwerk. Taussig vergelijkt ze met modernistische literatuur; ze hebben “de verbeeldende logica van ontdekking” nog. De boekjes bevatten details en observaties die de eindversie van het boek niet halen, maar wel waardevol zijn.
Taussig is zich bewust van de manco’s van een ‘zachte’ wetenschap als antropologie, waarbij ‘bewijs’ vaak subjectief is en verkregen wordt op basis van interpretatie. De realiteit is bovendien meerduidig.
Zijn beschouwingen doet de auteur aan de hand van ervaringen in Colombia, waar hij al veertig jaar komt. Uitgangspunt van Taussigs verhandeling is een tekening die hij in 2006 maakt naar aanleiding van een tafereel dat hij aanschouwt in Medellín: terwijl hij in een taxi door een tunnel zoeft, ziet hij een stel dat een provisorische slaapzak van plastic naait. Op Taussigs vraag waarom ze daar liggen, antwoordt de taxichauffeur – alsof het de gewoonste zaak van de wereld is – ‘Omdat het warm is’.
De aanblik van het paar in de tunnel laat Taussig niet los. Hij haalt de scène doorlopend aan in het boek. Het idee van een nylon zak dat als bed fungeert in een betonnen tunnel, die relatieve veiligheid biedt, triggert hem. Daar gaat een wereld achter schuil, het verhaal van een volk dat al decennialang wordt gegeseld door een bloedige binnenlandse oorlog.
De scène overvalt Taussig. Meer nog verontrust hem de gelaten reactie van de taxichauffeur. Hoed je als het monstrueuze, ongewone alledaags wordt, waarschuwt Taussig. Heeft hij dit echt gezien, vraagt hij zich af? Daarom moet hij ‘I Swear I Saw This’ tegen zichzelf zeggen en maakt hij de tekening. Zo probeert hij de menselijke maat niet uit het oog te verliezen. En vandaar ook de ondertitel Drawings in Fieldwork Notebooks, Namely My Own.
Tekenen trekt je nader tot het onderwerp, stelt Taussig. Niet zozeer omdat zijn tekeningen zo goed of waarheidsgetrouw zijn; het zijn eenvoudige, bijna kinderlijke schetsen. Maar ze geven Taussig een andere kijk op de werkelijkheid. Een tekening bevestigt het zien en de twijfel en dwingt daarom opnieuw tot nadenken over de waarneming.
Schrijven is ontoereikend, legt ervaringen onvoldoende vast, vindt Taussig. Op die manier gaat het verhaal verloren, terwijl dat juist de essentie van antropologie is: het verhaal van andere mensen vertellen.
Colombia speelt een bijrol in het boek. Weliswaar gebruikt Taussig korte impressies en ervaringen van veertig jaar reizen in Colombia, maar het filosoferen over observatie en registratie domineert volledig. Hij vertelt over suikerrietkappers die een pact met de duivel sluiten om harder te kunnen werken, en over sjamanen en yagé, een plant met hallucinerende werking. Maar hij licht niet meer op dan een tip van de sluier van deze prachtige, interessante verhalen. Als lezer wil je meer. Eerdere boeken van zijn hand waarin Colombia een prominentere rol speelt, zijn My Cocaine Museum en Law in a Lawless Land. Diary of a Limpieza.
Taussig is een getalenteerd schrijver wiens werk opperste concentratie van lezers vereist. Zeker als je niet gewend bent om antropologische bespiegelingen te lezen. Voortdurend haalt hij grote en interessante namen uit de discipline aan, die hij bij de lezer bekend veronderstelt. Met dit boek biedt Taussig stof tot nadenken en toont hij zich een fascinerend schrijver, die gebiologeerd is door de verbinding van mens tot mens.
Michael Taussig, I Swear I Saw This. Drawings in Fieldwork Notebooks, Namely My Own, University of Chicago Press, 2011, Chicago, ISBN 9780226789835, 173 pag.