Recensies boeken

Latin America and the Asian Giants. Evolving Ties with China and India

6 maart 2017

Auteur : Jan de Kievid

Non-fictiewerk over Latijns Amerika: kansen of bedreigingen voor het continent?

De stormachtige relatie tussen Latijns Amerika en China, die in vijftien jaar hun handel meer dan Latin America and the Asian Giants. Evolving Ties with China and Indiavertienvoudigden, is “een verre van perfect huwelijk”. Aldus een van de auteurs van de nieuwe bundel Latin America and the Asian Giants. Evolving Ties with China and India. Dezelfde indruk krijg je ook uit andere bijdragen. Vanuit verschillende invalshoeken spreken de auteurs over voor Latijns Amerika en de wereld ingrijpende veranderingen. In de negentiende eeuw was het continent economisch en politiek sterk afhankelijk van Groot-Brittannië. In de twintigste eeuw domineerden de Verenigde Staten en de eenentwintigste eeuw lijkt die van Azië te worden. In 2013 was 21 procent van de Latijns Amerikaanse handel met Azië en 34 procent – in 2000 nog zestig procent – met de VS. Tegen 2020 zal het aandeel van Azië groter zijn dan dat van de VS.

‘Slapende reus’

Handel met Azië betekende eind twintigste eeuw vooral Japan en Zuid-Korea, maar die zijn volledig overvleugeld door China, terwijl ook ‘slapende reus’ India oprukt. De Indiase handel is nog maar vijftien procent van de Chinese, maar in vijftien jaar meer dan vertwintigvoudigd. Daarom komt ook India uitgebreid aan bod. Niet minder dan 22 auteurs leverden bijdragen aan dit boek, dat is uitgegeven door de Brookings Institution, een denktank uit de VS die afwisselend ‘liberal’ en ‘conservative’ wordt genoemd. Ook beide redacteuren werken in de VS, aan de John Hopkins Universiteit, maar de auteurs vormen een internationaal gezelschap: negen uit de VS, acht uit vier belangrijkste Latijns-Amerikaanse landen en vijf uit Azië (China en India). Tweederde van hen werkt aan universiteiten, een paar zijn verbonden aan ondernemingsorganisaties of de Latijns-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (waarmee ook sommige academici banden hebben) en een auteur is journalist. Vier oud-ambassadeurs – twee van India in Latijns-Amerikaanse landen, een Mexicaan die in Peking zat en een Chileen met standplaats Delhi – completeren het gezelschap. Achttien mannen leverden een bijdrage en maar vier vrouwen.

Vanuit verschillende perspectieven proberen al die auteurs aan te geven wat er tot dusverre goed ging, wat er fout ging en hoe zwakke punten en fouten verbeterd kunnen worden. Van Chinese zijde wordt betoogd dat Latijns Amerika en China in een win-winsituatie allebei hebben geprofiteerd van de handel en de contacten. De auteurs uit Latijns Amerika en de VS erkennen dat de enorme vraag naar grondstoffen uit China – en geleidelijk ook India – een aantal Latijns-Amerikaanse landen forse economische groei heeft opgeleverd en daarmee geld voor sociale verbeteringen. Maar volgens hen heeft China meer geprofiteerd en het zal niet meevallen de balans te herstellen.

De-industrialisatie

De grote vraag naar grondstoffen heeft Latijns Amerika bevestigd in een (neo)koloniale positie van leverancier van brandstof, mineralen en agrarische producten. China en India profiteren daarvan. Ze hebben zelf veel minder grondstoffen, allebei meer dan een miljard inwoners en per inwoner veel minder voor landbouw en veeteelt geschikt land dan Latijns Amerika. Ze leveren vooral industrieproducten aan Latijns Amerika. Naast de handel investeert China ook in Zuid-Amerika: in infrastructuur en mijnbouw (van direct belang voor de grondstoffenhandel) en veel minder in industrie. Dit alles leidt in Latijns Amerika niet tot verbetering van zwakke punten, zoals de gebrekkige industrialisatie en lage arbeidsproductiviteit in de industrie. Integendeel: het aandeel van primaire producten in de export is niet gedaald maar juist gestegen. In Brazilië en Mexico heeft de Chinese import eerder geleid tot de-industrialisatie dan tot industrialisatie.

De effecten verschillen enorm per subregio. Zuid-Amerika – Brazilië en Chili voorop – exporteert vooral primaire producten. 17 tot 25 procent van de export van Brazilië, Chili, Peru en Uruguay gaat nu naar China, terwijl 15 tot 20 procent van hun import uit dat land afkomstig is. Dat levert Zuid-Amerika een positieve handelsbalans op met China. Voor Midden-Amerika, vooral Mexico, ligt dat heel anders. Er worden weinig grondstoffen uitgevoerd, terwijl de eigen industrie last heeft van de Chinese producten. 37 procent van de Chinese import in Latijns Amerika gaat naar Mexico, dat omgekeerd weinig te bieden heeft. Die handel levert China bijna tien keer zoveel op als Mexico.

Leningen voor olie

China geeft inmiddels meer leningen aan Latijns-Amerikaanse landen dan de Wereldbank, de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank en de Export-Import Bank uit de VS bij elkaar, maar tegen strengere voorwaarden dan deze westerse ontwikkelingsbanken. Met de twee belangrijkste olieleveranciers, Venezuela en Ecuador, heeft China zogenaamde ‘loans-for-oil’ overeenkomsten gesloten. Ze betalen de leningen in olie, en dat geeft China veel invloed op het beleid van die landen.

Tegenover China staan de meeste landen zwak. Dat is deels een kwestie van schaal. China – en ook India – heeft ruim twee keer zoveel inwoners als heel Latijns Amerika en de Cariben. De regionale samenwerking is nog beperkt, zodat veel landen apart met China afspraken moeten maken. Vooral Zuid-Amerika is in korte tijd sterk afhankelijk geworden van China, maar omgekeerd geldt dat lang niet in dezelfde mate. Een ander probleem van het exportmodel – het om geld te verdienen versneld exploiteren van grondstoffen en de daarbij behorende milieuvernietiging en conflicten met de vaak inheemse bewoners – wordt in het boek nauwelijks besproken.

Nachtmerries

Vrijwel alle auteurs menen dat het ruilpatroon van grondstoffen tegen industrieproducten moeilijk echt veranderd kan worden. Een auteur concludeert daaruit dat Azië voor Latijns Amerika geen grote prioriteit moet hebben. Het continent kan zich beter richten op handel binnen de regio en – zoals vanouds – met de Verenigde Staten. Anderen willen bedreigingen omzetten in kansen door het bestaande patroon te verbeteren. Latijns-Amerikaanse landen moeten meer kiezen voor vrijhandel en beter samenwerken, om krachtiger met de Aziatische reuzen te kunnen onderhandelen. Ook moeten ze investeren in industrie om hun eigen productie en export te diversifiëren.

In het slothoofdstuk schetsen twee auteurs van de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank nachtmerrie- en droomscenario’s voor de relatie met China en India. Het worden nachtmerries als de huidige problemen blijven bestaan of nog erger worden, maar als Latijns Amerika doet wat hierboven wordt aanbevolen, kan het ook vrij goed uitpakken. De landen moeten ook meer milieubeschermende maartregelen nemen.

Het is een bundel met veel interessante en belangrijke informatie en gezichtspunten. Naast de vooral economische hoofdstukken bevat het bijdragen over migratie van Chinezen en Indiërs naar Latijns Amerika, de relatie met voedselzekerheid in China en India en militaire en veiligheidsaspecten. Er zijn ook aparte hoofdstukken over de belangrijkste betrokken Latijns-Amerikaanse landen: Chili, Mexico, Brazilië en Argentinië. Bovendien is het een verdienste dat, naast China, India veel aandacht krijgt.

Vrijhandel

Veel auteurs vinden dat Latijns Amerika zich in deze kwesties vooral pragmatisch moet opstellen. Dat klinkt niet ideologisch, maar dat is slechts schijn. Ze vinden het vrije marktmodel met maximale vrijhandel zo vanzelfsprekend superieur dat ze dat ‘pragmatisch’ noemen. Ze prijzen steeds weer als voorbeeld voor anderen de Pacific Alliance aan, een initiatief van Chili, Peru, Colombia en Mexico dat vrijhandel bevordert en positief staat tegenover de Verenigde Staten. Dat vrijhandel naast positieve ook negatieve effecten kan hebben, komt zelden naar voren.

Opvallend is daarbij het enthousiasme voor de in 2014 aangetreden marktgerichte Indiase premier Modi. Dat is de man die zich niet realiseerde dat de meeste Indiërs geen bankrekening hebben toen hij plotseling de belangrijkste bankbiljetten uit de roulatie nam, waardoor hij meer dan een half miljard landgenoten in grote problemen bracht. Tot mijn verbazing wordt het door Chinezen aan te leggen Nicaragua-kanaal maar een keer kort genoemd, zonder te vermelden dat de Chinese bedrijven in dat gebied ook bevoegdheden van de Nicaraguaanse staat overnemen.

Schrikbarend vind ik het gebrek aan aandacht van bijna alle auteurs voor de effecten van de versnelde grondstoffenexploitatie op het milieu en de lokale bevolking en de daaruit voortkomende sociale conflicten. In een bijdrage van slechts twee pagina’s van twee kennelijk minder bedrijfs- of beleidsgebonden academici uit de VS, Kevin Gallagher en Rebecca Ray, wordt dat op voortreffelijke wijze wel gedaan. Ik zou iedere lezer adviseren om na de inleiding eerst dit korte stuk te lezen om beter gewaarschuwd te zijn tegen eenzijdigheden en partijdigheden in andere bijdragen. Zulke partijdigheden zijn sterk aanwezig in het hoofdstuk over veiligheid. Door de Aziatische invloeden zouden Latijns-Amerikaanse landen minder geneigd zijn de VS te volgen, terwijl de Chinese steun aan Venezuela en Ecuador bijdraagt aan het overeind houden van de anti-Amerikaanse regeringen daar.

Tenslotte: Donald Trump komt in het hele boek niet voor. Het is duidelijk geschreven voordat deze populist belangrijk begon te worden. Het TPP (Trans-Pacific Partnership) dat meteen na zijn aantreden werd afgeblazen, wordt nog herhaaldelijk genoemd als een belangrijk positief initiatief. Ook over nieuwe bedreigingen vanuit de VS voor de industrie en export van Mexico lezen we uiteraard nog niets.

Riordan Roett en Guadalupe Paz (red.), Latin America and the Asian Giants. Evolving Ties with China and India. Washington: Brookings Institution Press, 2016. 326 pag. ISBN 9780815726968, € 33,95.

Recensie is geplaatst op 6-3-2017

* Binnenkort verschijnen op onze website artikelen over India en Latijns Amerika en over de migratie vanuit China en India.

Gerelateerde berichten

De wilde vaart. Op zoek naar de veerkracht van Suriname

De wilde vaart. Op zoek naar de veerkracht van Suriname

Het plantageproject waar je spaargeld in zit gaat failliet, de boot waarmee je toeristentrips uitvoert zinkt. Wat doe je dan? Van de nood een deugd maken, dat is de aanpak van de Surinaams-Nederlandse Tessa Leuwsha (1967) en haar Surinaamse partner Sirano Zalman. Samen varen ze het binnenland in met een oude garnalenboot, het avontuur tegemoet. Hun ervaringen tekent Leuwsha op in De wilde vaart. Op zoek naar de veerkracht van Suriname.

Lees meer
Jaguar

Jaguar

In zijn debuutroman Jaguar vertelt de Colombiaanse schrijver Santiago Wills de bloedige recente geschiedenis van zijn land aan de hand van het levensverhaal van de paramilitaire commandant Martín Pardo en zijn half tamme jaguar Ronco.

Lees meer
De vlaktes

De vlaktes

De vlaktes van de Argentijnse schrijver Federico Falco (1977) behoorde in 2020 tot de finalisten voor de Spaanse Premio Herralde de Novela en is nu in het Nederlands vertaald. Een boek over rouw en verlies, die de verteller de stad doen ontvluchten en terugkeren naar het landschap van zijn jeugd, de uitgestrekte pampa. In de stilte kijkt hij terug op de breuk met zijn geliefde. De moestuin en zijn herinneringen helpen hem zich opnieuw te hechten, aan de eindeloze vlaktes om hem heen.

Lees meer
agsdix-null

Politiek & Maatschappij

agsdix-null

Kunst & Cultuur

agsdix-null

Vrije tijd & Toerisme

agsdix-null

Economie & Ondernemen

agsdix-null

Milieu en Natuur

agsdix-null

Onderzoek & Wetenschap

Blijf op de hoogte

Adverteren op onze website?

Dat kan! Tegen een scherp tarief plaatsen wij uw advertentie.

Ontvang onze nieuwsbrief

Schrijf u in en ontvang onze digitale nieuwsbrief met een overzicht van onze nieuwe artikelen.

Volg ons op social media

Wees als eerste op de hoogte van nieuwe artikelen en deel artikelen met uw netwerk.

Share This