Over de betekenis van (transnationale) sociale netwerken voor de terugkeer van onrechtmatig in Nederland verblijvende migranten uit Brazilië, Colombia, Ghana en Nigeria naar hun land van herkomst.

Het leven van illegale migranten is niet te benijden. Meestal zijn ze veroordeeld tot malafide werkgevers en huisjesmelkers. Op voorzieningen als een ziektekostenverzekering hebben ze geen recht. Deskundigen uit verschillende disciplines schatten het aantal illegalen in Nederland op honderdduizend. Begrijpelijkerwijs vormen de migranten een ongrijpbare groep die uit het zicht van de autoriteiten wil blijven. Globaal is in kaart gebracht hoe ze hier komen en hun weg vinden.
In Ondersteuning bij zelfstandige terugkeer onderzoeken criminologen Richard Staring, Janine Alves d’Almeida, Sara Dahou Noya en Medea van Schijndel juist de omgekeerde weg: hoe keren illegalen vrijwillig terug naar het land van herkomst, en waarom. Op welke steun kunnen ze rekenen en van wie? De onderzoekers spreken hiertoe 29 personen, van wie ‘slechts’ acht illegaal. De reikwijdte van hun onderzoek is dus erg beperkt. De auteurs stellen dat de waarde ervan ligt in detail en betekenisgeving.
Na een algemeen, inleidend deel belichten ze aan de hand van casussen vier nationaliteiten: voor Latijns Amerika zijn dat Brazilië en Colombia; voor Afrika zijn dat Ghana en Nigeria. Opvallend in de landenhoofdstukken is dat de auteurs vanuit de eerste persoon vertellen. Ondermeer via een kapper of door kerkbezoek komen ze in contact met migranten.

Cappuccino

De meeste latino’s wonen in Amsterdam en zijn over het algemeen goed opgeleid. Of en hoe ze aarden in Nederland, verschilt van persoon tot persoon. De een heeft vooral een latino vriendenkring, de ander een gemengde. Volgens de onderzoekers ligt illegaliteit gevoeliger bij Brazilianen dan bij Colombianen. Opmerkelijk is dat beide groepen zich negatief uitlaten over contacten met hun eigen landgenoten hier. Onderling wantrouwen en afgunst lijken hieraan ten grondslag te liggen. Bij Colombianen speelt de angst om betrokken te raken bij drugshandel ook een rol.
Terugkeermotieven onder Brazilianen en Colombianen zijn vergelijkbaar: werkloosheid in Nederland, verbeterde leefomstandigheden in het land van herkomst en familie. Bij dit laatste duikt een paradox op: “Voor je familie emigreer je, maar keer je ook weer terug”, zegt een van de illegalen. Door hun emigratie onderhouden ze de achtergebleven familie, maar die achtergebleven familie valt soms uiteen (kinderen groeien bijvoorbeeld op zonder ouders).

Terugkeer naar het land van herkomst is beladen. Migranten hebben te maken met hooggespannen verwachtingen van achterblijvers en kunnen niet met lege handen thuis komen: alleen met geld of een goede opleiding verdien je respect. Braziliaanse en Colombiaanse migranten keren in vergelijking met de Afrikanen vaker terug. Volgens de auteurs komt dit doordat in latino-kringen succes of falen gezien wordt als een individuele prestatie, terwijl dit door Afrikanen gedeeld wordt als een collectief succes of mislukking. Bij Afrikanen is de druk om te slagen dus hoger.
De informele toon van de casehoofdstukken maakt het thema minder zwaar. Helaas sluipt er onprofessionaliteit in de studie. Dat er tosti’s, cappuccino en koffie genuttigd worden, kan bijdragen om de vertrouwelijke en gemoedelijke sfeer te schetsen tussen onderzoeker en geïnterviewde, maar helaas mislukt die poging. Storend bij de interviews is dat iedere uh en ah is uitgeschreven. Dat is natuurlijk waarheidsgetrouw, maar komt de leesbaarheid niet ten goede. Eindredactie is hier tekortgeschoten.

Waarde

Rest de vraag welke waarde het onderzoek heeft. Omdat de meeste ondervraagden niet daadwerkelijk in de situatie hebben verkeerd dat ze illegalen konden helpen, blijft het een nogal theoretische exercitie. Ondersteuning aan illegalen is in ieder geval geen vanzelfsprekendheid. Tot praktische adviezen zijn mensen wel geneigd, maar geld en onderdak bieden is een ander verhaal. De vrijblijvende formulering ‘wat zou je doen als’ lokt ook sociaal wenselijke antwoorden uit. De auteurs zijn zich hiervan bewust en zien hun werk als uitgangspunt voor uitgebreider onderzoek naar de levens van mensen in een kwetsbare positie.

Ondersteuning bij zelfstandige terugkeer. Richard Staring, Janine Alves d’Almeida, Sara Dahou Noya, Medea van Schijndel. Uitgeverij Boom/Lemma, Den Haag, 2012, ISBN 9789059318441, 129 pag., €32,50

 

Share This