Kunst & Cultuur

Geen toeristisch pakketje, maar kunst om de kunst

2 juli 2017

Auteur: Mark Weenink

Interview met Nanne Timmer over bloemlezing La Isla de Cuba. Twaalf verhalen & een revolutie

“Cuba is zó beladen. Óf het is een tropisch paradijs met strand en palmen, óf het eiland is als een soort Utopia waar het socialisme wél gelukt is, óf het is een wrede communistische dictatuur.” Subtiliteit is ver te zoeken als het gaat om meningen over het Caribische eiland. Volgens Nanne Timmer (1971), docente Latijns-Amerikaanse Literatuur aan de Universiteit Leiden, draagt literatuur bij aan een genuanceerdere blik op en beter begrip van Cuba. Ze stelde de bloemlezing La Isla de Cuba. Twaalf verhalen & een revolutie samen. Hierin vertellen twaalf eigentijdse Cubaanse schrijvers een verhaal. “Er is geen zwart of wit. Hoe zit het culturele klimaat op Cuba in elkaar? Dat is de vraag.”

Timmer studeerde in Nederland, Spanje en Cuba en deed jaren terug promotieonderzoek naar Cubaanse literatuur in de post-Sovjet tijd (na 1990). Regelmatig bezoekt ze het eiland. In het onderzoek van toen was haar interesse hoe die literatuur zich verhield tot het revolutionaire verhaal en de veranderende wereld. “Na de koude oorlog en de val van de Berlijnse Muur toen er plots beweerd werd dat er geen ideologieën meer zouden bestaan, stond Cuba er plots alleen voor. Wat gebeurt er nu in de eenentwintigste eeuw met de huidige veranderingen? Enerzijds hebben we te maken met een geglobaliseerde wereld waar cultuur en  internationale markt meer samenvloeien, anderzijds de staatsgereguleerde maatschappij in Cuba met jongeren die toegang tot die wereld eisen via internet en mogelijkheden om te reizen. Wat gebeurt er dan met die kunst en literatuur die zich daar tussendoor begeven?”

Een brug slaan

Als docent richt Timmer zich op literatuur en culturele analyse. “Literatuur, films en beeldende kunst, allerlei culturele uitingen. Het meeste onderzoek heb ik naar de Cubaanse cultuur gedaan, maar ook naar andere Latijns-Amerikaanse contexten en literatuur. Momenteel ben ik bezig met artikelen over de representatie van het lichaam en geweld in Colombia en Mexico, en met de verwerking van een traumatisch dictatoriaal verleden in Chileense jeugdherinneringen.”

La Isla de Cuba is een boek met twaalf stemmen. “Het moest er maar eens van komen. Ik publiceer meestal in het Spaans en het Engels. Met dit boek wil ik een brug slaan naar Nederlandstalige lezers en zo een publiek buiten de academische wereld bereiken. Over Cuba klinkt in het nieuws al jaren: ‘nu gaat echt alles veranderen’, ‘Castros final hour’. Dat hoor ik al vanaf de jaren negentig. Alsof de tijd stil staat in Cuba. Ik begrijp dat beeld, maar er is wel degelijk veel in beweging.”

Dogmatische jaren

De geselecteerde auteurs laten die verandering zien volgens Timmer. “Ik heb de transities bekeken in de jaren 90 en 2000. In deze bijzondere periode ontwikkelen en manifesteren jongeren zich als schrijver. Hoe beïnvloeden deze generaties de literatuur? Die veranderingen in taal en verbeelding in hun literatuur reflecteren een Cuba dat verandert.” Timmer verdeelt de auteurs in twee groepen. Zij die beginnen met publiceren na 1990 en zij die beginnen met publiceren na 2000. Beide groepen ademen in hun werk de tijdsgeest van die periodes.

Mensen die in de jaren zeventig geboren zijn, groeiden op tijdens de dogmatische jaren van de revolutie, zegt Timmer. “Het was de tijd van alfabetiseringscampagnes en rurale thema’s, revolutie en meewerken aan het sociaal bewustzijn. Literatuur ging in de richting van sociaalrealisme.”

Opfrissertje

“De schrijvers die opgroeien in de jaren zeventig beginnen te publiceren in de jaren negentig. Dat is de periode na de val van de Berlijnse muur en de instorting van de Sovjet-Unie. De Cubaanse literatuur komt in beweging. Auteurs beginnen te experimenteren met vrijer literair werk, dat niet sociaal-realistisch van aard is, maar meer op het individu gericht is en op het schrijven zelf. In de bundel is het seksueel getinte verhaal ‘Het portret van Pedro de Jesús’ vrij expliciet over het homo-erotische thema, iets wat daarvoor echt niet had gekund. Het verhaal ‘Have a break, have a Revolution’ behandelt het ideologisch toerisme en signaleert een nieuwe vorm van prostitutie, waarvan de revolutie ontkende dat het bestond.” Dat komt naar voren in het verhaal over een Cubaanse jongeman die een westerse toeriste ontvangt en verleidt, maar uiteindelijk op haar geld uit is. Dus de mannelijke variant van de vrouwelijke hoer.

‘Have a break, have a Revolution’ vertaalde Timmer zelf vanuit het Spaans. “In het Spaans is de titel La causa que refresca, een knipoog naar de slogan van de Coca-Cola reclame la pausa que refresca. Dat was de laatste commercial van Coca-Cola in Cuba in de jaren vijftig, maar lezers in Nederland kennen die niet. ‘De goede zaak als opfrissertje’, dat gaat ‘m niet worden. Dus heb ik de titel vrij vertaald, maar ik wilde wel aansluiten bij een commercial. Toen kwam ik uit bij ‘Have a break, have a Kitkat’, en van daar naar Revolutie.”

Generación zero

Een andere verschuiving die gaande is vanaf de jaren negentig is dat het bij boeken meer om het experiment gaat. “Vanuit literair oogpunt is dat interessant, omdat schrijvers niet zozeer bezig zijn met wat de lezer wil. Het gaat niet om bestsellers, maar om Kunst. Tegelijkertijd ontstaat er een groep Cubaanse auteurs die in het buitenland publiceren en die een markt creëren van ‘oh, het leven is zo zwaar hier’, een beetje seks en wat lijden erin. Dan krijgen we een mooie cocktail van seks, armoede en politiek, een toeristisch pakketje. Het is voldoen aan de verwachtingen van de buitenwereld, het latere werk van Zoé Valdés is daar een voorbeeld van. En dat soort werk publiceert men graag, dat verkoopt goed.

De tweede groep uit de bundel is de generatie die geboren is in de jaren tachtig en begint met schrijven in de eenentwintigste eeuw. “Ze worden aangeduid als generación zero in Cubaanse kritieken. Deze groep is meer online bezig, met bloggen en onafhankelijke tijdschriften. Orlando Luis Pardo Lazo, die met het verhaal ‘Ipatria-imitatie’ in de bundel staat, kwam in aanmerking voor een literaire prijs in Cuba. Uiteindelijk werd zijn boek niet uitgegeven omdat hij actief was met de Revolution Evening Post, een online tijdschrift waarmee hij politiek gezien te provocerend was.”

Een alleenheerser met een baard op een eiland

Juist omdat bepaalde dingen gevoelig liggen en bij gebrek aan vrije media zijn mensen nieuwsgierig naar wat er buiten Cuba gebeurt, volgens Timmer. “Dan komt er bijvoorbeeld een USB-stick uit het buitenland binnen met digitale boeken. Die zijn interessant om te kopiëren en door te geven. Dat is de manier hoe alles op Cuba gaat, via vrienden en zo, doorgeven, doorgeven, doorgeven.”

Er kan veel gezegd worden, zolang bepaalde zaken en namen niet genoemd worden en je zelf niet met dissidente praktijken bezig bent. “Je moet niet de naam van Fidel Castro in een roman opvoeren, dan ben je te expliciet bezig. Je kan het wél hebben over een alleenheerser met een baard op een eiland, dat doet zelfs de directeur van Gaceta de Cuba, die schreef allegorisch, maar het is duidelijk een verwijzing.”

Rigide mensen

Er zijn kritische boeken, maar daarvan worden uiteindelijk per boek maar vijftig exemplaren uitgegeven vanwege ‘schaarste van papier’. “Zo kan men zeggen ‘nee hoor, er is geen censuur hier, kijk maar’. De staat schat het gevaar in door te kijken wat je in de samenleving voor ‘oppositioneels’ doet, los van wat je echt schrijft. Als je daarin te ver gaat, dan weten ze je te vinden. Op Cuba zijn veel dingen illegaal die wel bij de dagelijkse praktijk horen. Ze kunnen je dus eventueel altijd op iets pakken wat je niet goed doet. Daardoor leggen mensen zich zelfcensuur op. En dan nemen de uitgevers in Cuba de rol op zich om jou en zichzelf te ´beschermen´ voor eventuele politieke misvattingen en je te wijzen op diplomatiekere politieke correcte uitingen. Zo vindt er dus een aaneenschakeling van zelfcensuren plaats, zonder dat er direct van bovenaf ingegrepen hoeft te worden.”

Timmer zelf let ook op met haar publicaties. “In elke context is het lastig de grenzen van wat gezegd kan worden aan te voelen en ook goed te bewaken dat je zegt wat je wilt zeggen. Het is een heel verschil of schrijvers je lezen of een douanier of een overheidsfunctionaris. In elke samenleving natuurlijk, en in Cuba is dat behoorlijk actueel. Als een mede-intellectueel je leest, begrijpt die wat je bedoelt en daarmee kun je in dialoog gaan. Het is vooral gevaarlijk als een kritisch werk door rigide mensen bekeken worden. Dat ze literatuur lezen als een politiek manifest, dat het niets anders kan zijn dan propaganda of contrapropaganda. Met zo´n blik kan je de literatuur en de samenleving kapot maken, en hele levens en psychen verwoesten.”

Comfortzone

Latijns-Amerikastudies is een interdisciplinaire opleiding die je moet doen omdat je er geïnteresseerd in bent, stelt Timmer. “Als je Latijns-Amerikastudies doet, studeer je Spaans of Portugees, leer je kritisch afstand nemen, denken over samenleving en cultuur,  en ontwikkel je academische studievaardigheden en denkwijzen. Vaak vinden studenten de regio en de talen interessant, soms hebben ze daar een jaar gereisd. Latijns Amerika is een regio is waar je door de diversiteit en door de interculturaliteit veel van de mondiale problematieken tegenkomt. Maar dan uitvergroot. Latijns Amerika geeft je toegang tot de hele wereld.”

Waarin schuilt voor u de schoonheid bij de Spaanse taal en de Latijns-Amerikaanse literatuur? “Vooral op cultureel gebied is het rijkdom. Als je alleen een Nederlands referentiekader hebt, dan merk je dat Latijns-Amerikaanse verhalen op een andere manier verbeelden. De mainstream Nederlandse verhalen zijn vaak meer lineair, meer realistisch en vooral gericht op psychologische diepgang. Dat is het dan. Het bijzondere aan de Latijns-Amerikaanse literatuur is dat alles mogelijk is. In deze Cubabloemlezing staat het verhaal ‘Vijftienduizend blikjes tonijn en niks om ze mee te openen’. De hoofdpersoon komt bij een uitgeverij die geen boeken meer uitgeeft. Hij vraagt ‘wat doen jullie dan?’, en ze antwoorden ‘smokkel in onderdelen waar je alles mee kunt maken’: een uitgang, een mitrailleur, wat dan ook’. Dat is geweldig onlogisch en daagt je verbeeldingskracht uit! Dat spelen met absurditeit en geloofwaardigheid is echt heel Latijns-Amerikaans. Een Nederlandse eindredacteur had zoiets van ‘ja maar, hoe kan dat nou?’. Dat kan dus wel. Dat is literatuur. Hoeveel en hoe ver je kunt verbeelden heeft ook te maken met culturele referentiekaders. Literatuur daagt je uit om uit je comfortzone te komen.

Lenen, geven, ruilen

Ondanks alles, of misschien wel dankzij alles is er een rijk literair leven op Cuba. Er wordt veel geschreven en best nog wel wat in kleine oplagen uitgegeven op Cuba, hoe doen ze dat? “Dat is best een absurde werkelijkheid. Uitgevers bestaan alleen maar via de staatsorganen, Letras Cubanas, Unión Nacional de Escritores y Artistas de Cuba. Deze uitgeverijen hebben niet echt een markt, maar door de subsidie die naar cultuur gaat kunnen ze nieuwe stemmen publiceren. Er wordt veel gepubliceerd wat in Nederland niet snel op de markt zou komen, boeken die commercieel niet stand zouden houden. In Cuba draait het niet om commercie, maar gaat het om het instituut dat een boek publiceert.”

“Boeken zijn goedkoop, dus mensen kunnen zich veroorloven ze te kopen. Daarnaast zie je dat mensen elkaar boeken lenen, geven en ruilen. Het informele circuit is absoluut het grootste. Iedereen leent elkaar usb-sticks uit waar van allerlei boeken in pdf op staan. Er is geen commerciële markt voor literatuur, maar wel een heel actief cultureel veld. Ook komen er steeds meer alternatieve manieren om te publiceren op blogs of via kleine nieuwe uitgeverijen online in het buitenland. Hier in Nederland zie je meer boekhandels, tijdschriften en  online winkels,  maar in Cuba wordt er meer gelezen.”

Lees ook onze recensie van Isla de Cuba. Twaalf verhalen & een revolutie

La Isla de Cuba. Twaalf verhalen & een revolutie, samenstelling Nanne Timmer, Uitgeverij Marmer, Baarn, 2017, ISBN 9789460683596, 205 pag., €17,95, vertaling: Lisa Thunnissen, Nadia Ramer, Elfi Beijering, Jasper Vervaeke, Nanne Timmer, Nike van Helden, Paul Verheul, Alex San Martín Beuk

Gerelateerde berichten

Schrijven zoals een vos

Schrijven zoals een vos

In de verhalenbundel Mond vol vogels van Samanta Schweblin (1978) krijgt elk personage te maken met het onverwachte, zo lezen we op de omslag. In twintig verhalen schetst de Argentijnse schrijfster verschillende werelden waarin personages het leven proberen te vatten en te beleven, soms in alledaagse situaties, soms in absurdistische omstandigheden. Schweblin woont in Berlijn. La Chispa interviewde haar per e-mail.

Lees meer
Argentijnse film Planta Permanente op 7 november in Amsterdam

Argentijnse film Planta Permanente op 7 november in Amsterdam

Op dinsdag 7 november is in de Openbare Bibliotheek Amsterdam de Argentijnse film Planta Permanente/The Lunchroom te zien. Onenigheid op de werkvloer en de manier waarop die wordt aangepakt zijn onderwerpen die in de film worden aangesneden. De film maakt duidelijk dat arbeidsconflicten geleidelijk aan minder zichtbaar zijn geworden, maar dat rechtvaardigheid nog altijd ver te zoeken is. De film wordt ingeleid door Saskia van Drunen, die in het artikel Tussen gerechtigheid en straffeloosheid de worsteling van Argentinië met het dictatoriale verleden belichtte. De vertoning van de film is een initiatief van het Instituto Cervantes en het Huelva Ibero-American Film Festival.

Lees meer
agsdix-null

Politiek & Maatschappij

agsdix-null

Kunst & Cultuur

agsdix-null

Vrije tijd & Toerisme

agsdix-null

Economie & Ondernemen

agsdix-null

Milieu en Natuur

agsdix-null

Onderzoek & Wetenschap

Blijf op de hoogte

Adverteren op onze website?

Dat kan! Tegen een scherp tarief plaatsen wij uw advertentie.

Ontvang onze nieuwsbrief

Schrijf u in en ontvang onze digitale nieuwsbrief met een overzicht van onze nieuwe artikelen.

Volg ons op social media

Wees als eerste op de hoogte van nieuwe artikelen en deel artikelen met uw netwerk.

Share This