Het is een bekend verhaal. Iemand moet op reis, maar door een toeval (bijvoorbeeld een file onderweg) weet hij niet op tijd in te checken en mist hij net zijn vlucht. Met pijn in het hart ziet hij hoe ‘zijn’ vliegtuig in de verte verdwijnt. Later hoort hij dat het gemiste vliegtuig onderweg van de radar is verdwenen en korte tijd erna is neergestort. Aan de dood ontsnapt. Het noodlot. Kennelijk was het niet zijn dag om te sterven.
Iets soortgelijks overkwam mij afgelopen week, al had het niet met vliegtuigen of reizen te maken. Ik had mijn finca verkocht en besloten om een deel van de opbrengst te investeren bij een financiële makelaar die met geld van anderen werkt. De eigenaar ervan werd me aanbevolen door mijn zwager, een priester, die al jaren met die man werkte en alle vertrouwen had in zijn eerlijkheid en professionaliteit.
Ik maakte een afspraak. Hij heette Ramón Villa en had zijn kantoor op de allerhoogste verdieping van het hoogste gebouw van Medellín. Hij zat daar achter zijn bureau, in een apart kantoortje, met achter zich een geweldig groot raam, waardoor je een prachtig uitzicht had op Medellín en omstreken. Ik moest onwillekeurig denken aan de film The Hudsucker Proxy van de gebroeders Coen, waarin de draak wordt gestoken met ‘corporate life’. Medewerkers van een bedrijf hebben allemaal de ambitie om directeur te worden. Maar kort nadat ze erin slagen om de hoogste verdieping te bereiken, plegen ze zelfmoord door uit een raam te springen, inderdaad óók met een prachtig uitzicht.
Villa boezemde me een enorm vertrouwen in. Hij was bijzonder zelfverzekerd, maar niet arrogant. Hij was erg religieus, want ik zag verschillende kruisbeelden en heiligenbeelden in het voor de rest toch modern ingerichte kantoor. Op zijn computerscherm las hij een of andere buitenlandse krantenpagina, en het nieuws van Wall Street volgde hij op de voet. Ook stond hij erop dat ik Engels met hem sprak, want hij wilde een beetje die taal oefenen.
Ramon Villa praatte vooral over zijn familie, over zijn finca, en hij zei alleen tussen neus en lippen dat het een slechte dag was geweest, omdat de beurskoersen wat waren gedaald. Ik vroeg hem nog hoe dat beleggen nou precies werkte en hij legde me uit dat ik zelf kon kiezen tussen beleggingen met een hoog en met een laag risico. Ik beloofde hem de week erna terug te komen, om mijn geld bij hem af te leveren.
Maar die week erop begon ik te twijfelen. De koersen op de beurs waren wereldwijd in een vrije val geraakt en de internationale economie leek af te stevenen op een nieuwe beurskrach. Volgens ‘kenners’ die ik raadpleegde, was dit juist een goed moment om te investeren (de aandelen waren goedkoop?). Maar ik kreeg de schrik te pakken en koos ervoor om mijn geld, opbrengst van de verkoop van mijn finca, voorlopig toch maar weg te zetten op een veilige bankrekening.
Gisteren hoorde ik van mijn schoonzus het verschrikkelijke nieuws dat Ramón Villa zelfmoord had gepleegd. Ik voelde me zoals de man die hoort dat het vliegtuig, waarmee hij zou reizen, was gecrasht. Bijna zonder finca én zonder één peso…