Recensies boeken

Beelden van Paaseiland – Over de duurzaamheid en veerkracht van een cultuur

9 april 2020

Els Hortensius

Leesbaar en uitstekend gedocumenteerd boek van Jan J. Boersema

De boekenkast van mijn ouders stond vol fascinerende boeken en fervente lezer die ik was kon ik bijna niet wachten tot ik oud genoeg was om deze te lezen. Een van die dikke boeken was Aku-Aku, het mysterie van Paaseiland, van Thor Heyerdahl. Ik las het boek met rode oortjes en ook nu weet ik nog wat mij zo boeide. Naast de moai, de grote beelden die Paaseiland beroemd zouden maken, waren dat vooral de spannende avonturen in de grotten, op zoek naar verborgen schatten die het mysterie van het eiland zouden kunnen verklaren. En natuurlijk het feit dat Heyerdahl ook zijn zoon en dochtertje had meegenomen naar het eiland. Thor jr., “een jaar vrij van school en op avontuur als lichtmatroos”, en huladansende Anette spraken tot mijn verbeelding. Hadden mijn ouders maar zo’n avontuurlijke instelling!

Ook Jan J. Boersema, schrijver van Beelden van Paaseiland – over de duurzaamheid en veerkracht van een cultuur las op jonge leeftijd het boek van Heyerdahl. Hij hield er een blijvende interesse voor het eiland aan over. Onlangs verscheen de tweede, herziene druk van Beelden van Paaseiland. Die was nodig, omdat er in de bijna tien jaar na het verschijnen van de eerste druk, nieuwe bewijzen zijn die de centrale boodschap van Boersema’s boek onderschrijven. Die boodschap luidt: er heeft op Paaseiland geen ineenstorting van de cultuur door overexploitatie van natuurlijke hulpbronnen plaats gevonden op een wijze zoals Jared Diamond (over wie later meer) en anderen beweren.

Paaszondag

Voor de Europeanen begon de geschiedenis bijna driehonderd jaar geleden, toen expeditieleider Jacob Roggeveen met drie schepen over de Stille Oceaan voer, op zoek naar het onbekende zuiderland, waarvan het bestaan slechts vermoed werd. Om niet in het vaarwater van concurrent VOC, de Verenigde Oost-Indische Compagnie, te komen was hij eerst de Atlantische Oceaan overgestoken en had daarna de gevaarlijke Kaap Hoorn gerond, in het uiterste zuiden van het huidige Chili. Vandaar voer hij een beetje op goed geluk naar het westen, tot een bemanningslid land ontdekt. Het is niet het verwachte zuiderland, maar een onbekend eiland dat hij Paaseiland noemt: het was namelijk Paaszondag 5 april 1722.

Hoewel Roggeveen en zijn mannen maar kort aan land gaan, slagen ze erin om in dit halve uur dood en verderf te zaaien door in paniek om zich heen te schieten als de bewoners van het eiland te nieuwsgierig zijn. Zeker tien eilanders worden gedood. De schepen varen verder, zich afvragend  waar de bewoners vandaan kwamen, want zeewaardige kano’s hadden ze niet gezien.

Buitenaardse wezens

Latere bezoekers hebben meer tijd en stellen meer vragen: wie hebben de grote beelden gemaakt? En waarom zijn de Paaseilanders plotseling gestopt met het maken van beelden, getuige de neergegooide werktuigen en half voltooide beelden in de groeve? Door de eeuwen heen zijn er allerlei theorieën geopperd, waarvan misschien de meest opzienbarende wel die van Erich von Däniken (Waren de goden kosmonauten?) was: de beelden waren op het eiland neergezet door buitenaardse wezens.

Boersema benoemt de vragen en vertelt aan de hand van de antwoorden de geschiedenis van Rapa Nui, zoals Paaseiland vanaf 1862 genoemd wordt. Door nieuwe technieken kan de ongeschreven geschiedenis van het eiland met veel meer zekerheid worden ingevuld. Het was al algemeen aanvaard dat de ideeën van Thor Heyerdahl, die vermoedde dat de eerste bewoners van Paaseiland uit het pre-koloniale Amerika kwamen, geen stand gehouden hadden. Ook kan worden berekend wanneer de eerste Polynesiërs het eiland bereikten, namelijk tussen 1000 en 1100 AD, later dan tot vrij recent werd aangenomen. Welke verklaring is er voor het verdwijnen van de bomen (dat blijkt vooral een gevolg van door de Polynesiërs meegebrachte ratten). En hoeveel mensen kon het vrij kale eiland voeden?

Collapstheorie van Jared Diamond

Dan ben ik bij hoofdstuk 6 beland: Veerkracht en draagkracht. De eerste zin luidt: “Wanneer spreek je van de ineenstorting van een samenleving of van een cultuur?” De meeste auteurs die Boersema hierover gelezen heeft spreken van een collaps wanneer de ineenstorting zich snel voltrekt. “Vooral de neergang in de bevolkingsaantallen verloopt bij een collaps snel.” We zitten net een week in sociale isolatie thuis en zien de wereld buiten in snel tempo veranderen, sneller dan we ons ooit konden voorstellen. Het duurt een week voordat ik het boek weer op durf pakken en kan uitlezen.

Boersema’s betoog waarin hij Paaseiland als waarschuwend voorbeeld van de collapstheorie weerlegt vormt de kern van zijn boek. De eerste die schrijft in termen van een catastrofe of een ramp over het ineenstorten van de Paaseilandse samenleving ten tijde van de moai, is de Amerikaan Bill Mulloy. Hij maakte midden jaren vijftig deel uit van de expeditie van Thor Heyerdahl. Volgens Mulloy werd zoveel tijd en menskracht gestoken in het maken van de beelden, dat de voedselproductie verwaarloosd werd. De samenleving viel uiteen in strijdende partijen, de beelden werden omver getrokken en het culturele leven stortte in. Het aantal Paaseilanders liep dramatisch terug.

De man die de collapstheorie bij het grotere publiek bekend maakte is Jared Diamond. In zijn boek Collapse, how societies choose to fail or survive gebruikt hij het voorbeeld van Paaseiland om zijn standpunt te onderbouwen. Volgens Diamond zijn het de Paaseilanders zelf die verantwoordelijk waren voor de verdwijning van de bomen en hiermee de ineenstorting van hun samenleving bewerkstelligden. Ze zouden de bomen gebruikt hebben voor het vervoer van de beelden van de groeve naar de platforms langs de kust. En de eilanders zouden hiermee doorgegaan zijn totdat de laatste boom gekapt was.

Juist de geïsoleerde positie van het eiland maakt het volgens Diamond tot het meest overtuigende voorbeeld van hoe een samenleving zichzelf kan vernietigen door bovenmatig gebruik te maken van haar natuurlijke hulpbronnen.  Hij eindigt zijn hoofdstuk over Paaseiland met een metafoor: is het geïsoleerde eiland niet te vergelijken met de aarde? Toen hun hulpbronnen opraakten, konden de eilanders nergens heen. En waarheen kunnen wij aardbewoners ontsnappen wanneer de laatste hulpbronnen zijn verbruikt?

Paaskokospalm en strandpopulier

Het zijn dit soort ideeën waar Boersema een andere mening tegenover zet. Een mening die hij gedegen onderbouwt aan de hand van recent onderzoek en nieuwe technieken, die een ander licht werpen op de geschiedenis van Paaseiland. Zo zijn inderdaad de oorspronkelijke bomen, zoals de paaskokospalm en de strandpopulier, verdwenen. En natuurlijk heeft het kappen van bomen door Paaseilanders niet meegeholpen om ze te bewaren. Maar de diepere oorzaak ligt in de ratten op het eiland: die aten de zaden op voordat die konden ontkiemen (de ratten waren meegekomen op de boten van de eerste Polynesische kolonisten, dus indirect waren mensen wel verantwoordelijk). Ook belangrijk volgens Boersema is het feit dat de ontbossing niet de aanleiding was voor het ineenstorten van de samenleving en cultuur op Paaseiland.

Toen de bomen verdwenen waren en er geen zeewaardige kano’s meer gebouwd konden worden, pasten de eilanders hun dieet aan: zeevis werd vervangen door schelpdieren die dicht langs de kust gevangen konden worden. En in plaats van het bouwen en transporteren van grote beelden kozen ze voor de vogelmancultuur, waarbij jaarlijks jonge mannen naar een nabijgelegen eilandje zwommen om daar het eerste fregatvogelei te vinden. In feite tonen de Paaseilanders hiermee juist hoe veerkrachtig een samenleving kan zijn door zich aan te passen aan veranderende omstandigheden. Volgens Boersema hebben Diamond en andere materialistisch georiënteerde onderzoekers de veerkracht van culturen en het menselijk aanpassingsvermogen ernstig onderschat.  Veranderingen voltrekken zich in een langzaam tempo, en daarbij komt dat “… kwaliteit een subjectief begrip is en we kennelijk niet zo zwaar tillen aan het ontbreken van bepaalde soorten. Dit is een les, misschien wel dé les die uit de premoderne geschiedenis van Paaseiland getrokken kan worden.”

Peruaanse slavenhandelaren

En nee, de ware ineenstorting van Paaseiland was niet het moment waarop de bomen verdwenen en  gestopt werd met het uithouwen van de moai. De collaps kwam wel, maar was het gevolg van de Peruaanse slavenhandelaren die rond 1863 een fors deel van de mannelijke bevolking ronselden en tewerk stelden op guano-eilanden en op plantages langs de Peruaanse kust. Er kwam snel een einde aan deze praktijken, maar voor de eilanders was het toen al te laat. Van 4000 was de bevolking afgenomen naar 2600. En toen terugkerende eilanders de pokken meebrachten nam de bevolking nog sneller af. In 1869 zijn er nog slechts 650 inwoners over (foto Thor Heyerdahl).

Uiteindelijk ontkent Boersema niet dat een samenleving of cultuur ineen kan storten. Er zijn voorbeelden van in de geschiedenis, en ja, de gebeurtenissen in het midden van de negentiende eeuw op Paaseiland leidden tot een daadwerkelijke collaps. “Maar een collaps door overexploitatie van natuurlijke hulpbronnen is uiterst onwaarschijnlijk. In het verleden hebben (onbewust) geïntroduceerde ziekten wel ineenstortingen veroorzaakt. Dat is nu onwaarschijnlijk geworden.” Van het Covid-19 virus had natuurlijk op het moment van het schrijven van dit boek nog niemand gehoord. Maar Boersema waarschuwt wel voor de gevaren van verschraling en kwaliteitsverlies. Door de globalisering kunnen we sommige verliezen (tijdelijk) compenseren, maar daar kan niet eindeloos mee worden doorgegaan. Meer aandacht voor de kwetsbaarheid en de veerkracht van afzonderlijke systemen is noodzakelijk.

Boersema schreef een leesbaar en uitstekend gedocumenteerd boek waarmee hij tegen de gevestigde ideeën rond Paaseiland en de collapstheorie ingaat. En hij weet zijn lezers te overtuigen de geschiedenis van het eiland van een andere kant te bekijken.

Jan J. Boersema, Beelden van Paaseiland – over de duurzaamheid en veerkracht van een cultuur, Uitgeverij Atlas Contact ,Amsterdam/Antwerpen 2020, 438 pag. ISBN 9789045035727, € 24,99

Gerelateerde berichten

De wilde vaart. Op zoek naar de veerkracht van Suriname

De wilde vaart. Op zoek naar de veerkracht van Suriname

Het plantageproject waar je spaargeld in zit gaat failliet, de boot waarmee je toeristentrips uitvoert zinkt. Wat doe je dan? Van de nood een deugd maken, dat is de aanpak van de Surinaams-Nederlandse Tessa Leuwsha (1967) en haar Surinaamse partner Sirano Zalman. Samen varen ze het binnenland in met een oude garnalenboot, het avontuur tegemoet. Hun ervaringen tekent Leuwsha op in De wilde vaart. Op zoek naar de veerkracht van Suriname.

Lees meer
Jaguar

Jaguar

In zijn debuutroman Jaguar vertelt de Colombiaanse schrijver Santiago Wills de bloedige recente geschiedenis van zijn land aan de hand van het levensverhaal van de paramilitaire commandant Martín Pardo en zijn half tamme jaguar Ronco.

Lees meer
De vlaktes

De vlaktes

De vlaktes van de Argentijnse schrijver Federico Falco (1977) behoorde in 2020 tot de finalisten voor de Spaanse Premio Herralde de Novela en is nu in het Nederlands vertaald. Een boek over rouw en verlies, die de verteller de stad doen ontvluchten en terugkeren naar het landschap van zijn jeugd, de uitgestrekte pampa. In de stilte kijkt hij terug op de breuk met zijn geliefde. De moestuin en zijn herinneringen helpen hem zich opnieuw te hechten, aan de eindeloze vlaktes om hem heen.

Lees meer
agsdix-null

Politiek & Maatschappij

agsdix-null

Kunst & Cultuur

agsdix-null

Vrije tijd & Toerisme

agsdix-null

Economie & Ondernemen

agsdix-null

Milieu en Natuur

agsdix-null

Onderzoek & Wetenschap

Blijf op de hoogte

Adverteren op onze website?

Dat kan! Tegen een scherp tarief plaatsen wij uw advertentie.

Ontvang onze nieuwsbrief

Schrijf u in en ontvang onze digitale nieuwsbrief met een overzicht van onze nieuwe artikelen.

Volg ons op social media

Wees als eerste op de hoogte van nieuwe artikelen en deel artikelen met uw netwerk.

Share This