Recensies boeken

De schimmen

4 april 2016

Auteur: Mark Weenink

Het is 31 december, oudejaarsdag. Oud & nieuw is een paar uur weg. Een bloedhete zomer geselt het zuidelijk halfrond. In de Argentijnse hoofdstad Buenos Aires is al volop leven in een appartementencomplex in aanbouw in De schimmen van de Argentijnse schrijver César Aira (1949), in 1990 verschenen als Los fantasmas.

Het is nog een grote bouwput. Te midden van alle rommel woont – beter gezegd bivakkeert – de Chileense nachtwaker Raúl Vicuñas met zijn gezin. Zijn vrouw Elisa vindt het onaffe zanderige betonnen complex maar niets en weg wil. Oudste dochter Patri ontfermt zich over haar jongere broers en zusjes, die het zes verdiepingen tellende bouwterrein met hun natuurlijke nieuwsgierigheid als een grote speelplaats beschouwen.

Raúl, een stevige drinkebroer, vermaakt zich wel met de bouwvakkers, een groep van Argentijnen, Chilenen en Uruguayanen. Het is rauw volk van hard  werken, maar ook van kameraadschap en grappen onder elkaar. Omdat het de laatste dag van het jaar is, sluiten ze de werkdag vroeg af met een  asado, wijn en brood. Sterke verhalen worden uitgewisseld, grote monden boksen tegen elkaar op.

Door de hele roman benoemt en benadrukt Aira subtiel de verschillen tussen de verschillende nationaliteiten die misschien een beetje langs westerse lezers heen gaan, maar zeker voor zuidelijke latino’s direct herkenbaar zijn. Ondanks een ontegenzeggelijke gedeelde cultuur, is het gevoel van eigenheid van de afzonderlijke landen groot.

Het pand wordt ook bevolkt door voornamelijk mannelijke schimmen, wier naakte lichamen zichtbaar worden door de stofwolken die in het gebouw hangen. Hun aanwezigheid is volkomen logisch, natuurlijk. De bouwvakkers en de conciërgefamilie kunnen de schimmen zien, maar nemen geen aanstoot aan hen en lijken het de normaalste zaak van de wereld te vinden. Om een fles wijn te koelen, duwen ze die gewoon even een tijdje in de gedaante van een spook om af te koelen.

Bij de jaarwisseling komt familie op bezoek om het nieuwe jaar in te luiden. De kinderen rennen rond, bezorgde ouders controleren af en toe af er geen ongelukken gebeuren. Ooms en tantes maken zich druk over Patri, van wie men vindt dat het tijd is om een ‘echte man’ te zoeken. Het is een gezellige drukte, iedereen is nog ongewis van de onomkeerbare afloop die de lezer gaandeweg voelt aankomen.

De schimmen is een vrij kort verhaal, waarin Aira in een simpel ogende schets twee werelden met elkaar verweeft. Personages, hoe kort ze ook voor komen in het verhaal, hebben een eigen karakter, soms neergezet met slechts een paar zinnen. Aira´s schrijfstijl, hoewel meestal toegankelijk, neemt soms een hoge vlucht, bijvoorbeeld in de literair-filosofische overpeinzingen over architectuur en kunst van Patri. De roman is geen opeenvolging van verhaallijnen, eerder een surrealistische schets van een bekende en een niet zo verborgen wereld die naadloos in elkaar overgaan.

Uitgeverij Meulenhoff prijst Aira aan als de ‘geheimtip van de Latijns-Amerikaanse literatuur’. Dat is natuurlijk een verkooptruc, maar naar mijn mening gelegitimeerd. Want deze Argentijnse schrijver verdient een breder lezerspubliek buiten zijn eigen landsgrenzen. Eerder verscheen van zijn hand in het Nederlands De nachtelijke invallen van ambtenaar Varamo (2007).

Aira, die meer dan zeventig titels op zijn naam heeft staan, is een zeer productieve auteur die soms twee boeken per jaar aflevert. Hij vertaalt, schrijft romans, verhalenbundels, essays, theaterstukken, en is literatuurcriticus. Zijn werk is vertaald in meerdere talen en wordt steevast lovend ontvangen door de pers, al is hij een ietwat ongrijpbare schrijver. Naar eigen zeggen heeft hij een relatief klein lezerspubliek. In interviews verklaart  Aira dat hij niet anders kan dan schrijven voor zichzelf, het verhaal en het creatieve proces. “Als ik het niet schrijf, dan gaat niemand het schrijven.”

César Aira, De schimmen, Uitgeverij Meulenhoff, 2013, ISBN 9789029088046, 159 pag., €17,99, vertaling: Adri Boon

Lees ook onze recensie van de roman Hoe ik een non werd van César Aira.

 

Gerelateerde berichten

De wilde vaart. Op zoek naar de veerkracht van Suriname

De wilde vaart. Op zoek naar de veerkracht van Suriname

Het plantageproject waar je spaargeld in zit gaat failliet, de boot waarmee je toeristentrips uitvoert zinkt. Wat doe je dan? Van de nood een deugd maken, dat is de aanpak van de Surinaams-Nederlandse Tessa Leuwsha (1967) en haar Surinaamse partner Sirano Zalman. Samen varen ze het binnenland in met een oude garnalenboot, het avontuur tegemoet. Hun ervaringen tekent Leuwsha op in De wilde vaart. Op zoek naar de veerkracht van Suriname.

Lees meer
Jaguar

Jaguar

In zijn debuutroman Jaguar vertelt de Colombiaanse schrijver Santiago Wills de bloedige recente geschiedenis van zijn land aan de hand van het levensverhaal van de paramilitaire commandant Martín Pardo en zijn half tamme jaguar Ronco.

Lees meer
De vlaktes

De vlaktes

De vlaktes van de Argentijnse schrijver Federico Falco (1977) behoorde in 2020 tot de finalisten voor de Spaanse Premio Herralde de Novela en is nu in het Nederlands vertaald. Een boek over rouw en verlies, die de verteller de stad doen ontvluchten en terugkeren naar het landschap van zijn jeugd, de uitgestrekte pampa. In de stilte kijkt hij terug op de breuk met zijn geliefde. De moestuin en zijn herinneringen helpen hem zich opnieuw te hechten, aan de eindeloze vlaktes om hem heen.

Lees meer
agsdix-null

Politiek & Maatschappij

agsdix-null

Kunst & Cultuur

agsdix-null

Vrije tijd & Toerisme

agsdix-null

Economie & Ondernemen

agsdix-null

Milieu en Natuur

agsdix-null

Onderzoek & Wetenschap

Blijf op de hoogte

Adverteren op onze website?

Dat kan! Tegen een scherp tarief plaatsen wij uw advertentie.

Ontvang onze nieuwsbrief

Schrijf u in en ontvang onze digitale nieuwsbrief met een overzicht van onze nieuwe artikelen.

Volg ons op social media

Wees als eerste op de hoogte van nieuwe artikelen en deel artikelen met uw netwerk.

Share This