‘Two Steps Forward, One Step Back’ is de titel van een artikel in Dignity for the Voiceless, een bundel met een selectie van het werk van Willem Assies. Deze antropoloog overleed plotseling in 2010 op 55-jarige leeftijd. De titels van het boek en het artikel typeren Assies’s motivatie en kijk op de ontwikkelingen in Latijns Amerika. De stemmen van de miljoenen die worden onderdrukt en uitgebuit worden onvoldoende gehoord, hun strijd om te overleven en een beter bestaan te verwerven, verdient waardering en ondersteuning.
Uit de modder
Er zijn stappen vooruit gezet door sociale bewegingen, inheemse volkeren en gekozen linkse regeringen. Dat heeft vaak hoge verwachtingen gewekt, en vergeleken daarbij vallen de resultaten tegen. Sommige mensen haken dan af: de revolutie is uitgebleven of ‘verraden’, de protesten zijn gesmoord in ‘het systeem’, we zijn weer terug bij af, het heeft allemaal geen zin. Zulke grote optimistische, pessimistische of fatalistische woorden kom je bij Assies niet tegen. Zeker, er zijn afgelopen kwart eeuw in veel landen prachtige wetten aangenomen over de rechten en autonomie van inheemse volkeren. En natuurlijk wordt de uitvoering daarvan vaak tegengewerkt door gevestigde belangen. Maar het is wel degelijk belangrijk dat die wetten er zijn, dat mensen zich erop kunnen beroepen. En door de strijd van inheemse groepen is er zeker iets veranderd. Dus per saldo nog altijd een stap vooruit. Veel mensen hebben ‘waardigheid’ weten te verwerven, ze zijn letterlijk of figuurlijk uit de modder gekropen. Tot Get out of the Mud was de titel van Assies’ proefschrift uit 1992 over de strijd van sloppenwijkbewoners in Recife in Brazilië.
Uit de grote hoeveelheid publicaties van Assies heeft een redactie bestaande uit zijn partner Gemma van der Haar en de collega’s/vrienden Ton Salman en Salvador Martí i Puig tien grote stukken geselecteerd. Het boek bestaat uit vijf delen, met ieder twee artikelen: (stedelijke) sociale bewegingen, agrarische kwesties, inheemse (land)rechten, etniciteit en burgerschap, en politieke ontwikkelingen in Bolivia.
Neoliberalisme
Ongeveer de helft van het boek gaat over de positie, strijd en rechten van inheemse volkeren. Assies is daarbij duidelijk betrokken, maar niet op een romantische, naïeve wijze. Bij hem geen spoor van ‘edele wilden’, die vanuit hun bijzondere cultuur ons tot voorbeeld kunnen dienen in de omgang met de natuur. Nee, gewone mensen van vlees en bloed, met al hun hebbelijkheden en ruzies, op allerlei wijzen beïnvloed door andere culturen. Wel vaak onderdrukt en geminacht, maar met recht op een menswaardig bestaan. Assies geeft goed aan hoe verschillende factoren de opkomst van inheemse bewegingen in de laatste decennia mogelijk maakten. Hij geeft ook mooie overzichten van de ingewikkelde vragen en dilemma’s bij het concreet gestalte geven aan autonomie van inheemse volkeren.
Daarbij gaat Assies in op de complexe relatie met het neoliberalisme. Toen de centrale staat veel sociaaleconomische zaken afstootte of decentraliseerde, ontstond vaak meer ruimte voor autonomie van inheemse volkeren. Dat gold echter vooral op cultureel en juridisch gebied, maar het heeft hun macht of sociaaleconomische positie nauwelijks versterkt. En als er grondstoffen te exploiteren zijn, keert het neoliberale beleid zich weer tegen de territoriale autonomie.
Heterodox
Het eerste stuk in de bundel gaat over de theoretische benaderingen van (vooral) stedelijke sociale bewegingen. Het dateert uit al 1990, toen er onder bewegingen zelf en daarmee sympathiserende wetenschappers nog vrij veel romantische ideeën leefden. Deze ‘nieuwe’ sociale bewegingen zouden ‘autonoom’ zijn, niet afhankelijk van de staat en politieke partijen, dus heel anders dan de belangrijkste ‘oude’ sociale beweging, de vakbeweging. In de praktijk hadden de ‘nieuwe’ bewegingen wel vaak banden hadden met partijen of overheidsinstanties. Bovendien steunden ze sterk op de katholieke kerk, sympathiserende sociaal werkers, ngo’s en geld uit het buitenland. Assies stelt niet alleen dat veel bewegingen helemaal niet zo autonoom zijn, maar geeft ook aan dat zuivere autonomie en het idee dat je niet mee moet doen aan de ‘smerige’ politiek helemaal niet zo wenselijk zijn. Als je werkelijk iets wilt veranderen in de machtsverhoudingen, moet je bondgenoten zoeken, ook in de politiek en bij de staat. “In laatste instantie heeft democratisering te maken met de institutionalisering van nieuwe kanalen van geïnstitutionaliseerde ‘participatie’ en het hervormen van bestaande kanalen.”
Assies beschrijft alle kwesties concreet, gedetailleerd en in een brede context. Daarbij blijkt hij goed thuis in verschillende landen. Bij inheemse rechten heeft hij zich ook verdiept in hoe die in Canada, Groenland en Scandinavië zijn geregeld. Naast vier algemene artikelen gaan drie artikelen over Bolivia en telkens één over Brazilië, Peru en (grotendeels) Colombia. Hij geeft nooit simpele of monocausale verklaringen, er zijn steeds verschillende factoren in het geding. Daarbij heeft hij veel aandacht voor tegenstrijdigheden en dilemma’s. Uit alles blijkt dat hij goed thuis is in theoretische discussies, maar die spelen in zijn stukken geen hoofdrol. Ze komen zijdelings aan de orde in de loop van zijn verhaal of betoog. Salvador Martí i Puig spreekt in de inleiding bij een van de delen van het boek van een “heterodox perspectief, verwerping van ieder soort dogmatisme, en het bovenal belang hechten aan het werkelijke leven van de boeren”.
Wateroorlog
Alle artikelen hebben hun verdienste, maar mij sprak dat over Wateroorlog in Cochabamba in Bolivia, de strijd tegen de privatisering van het water in 2000, het meeste aan. Opgenomen is de Engelse versie van de al in 2001 verschenen Spaanse publicatie. Assies schetst niet alleen uitstekend de historische context van het conflict, maar ook gedetailleerd het verloop, de dynamiek en de sociale en politiekinhoudelijke verbreding van het protest. De regering zag zich gedwongen te onderhandelen met een nieuw coördinatiegroep, waarmee ze eerst niks te maken wilde hebben. De acties hadden succes: de privatisering werd teruggedraaid.
De opgenomen bijdragen dateren van 1987 tot 2010. Al lezend denk je vaak: hoe zou Assies nieuwe ontwikkelingen hebben geanalyseerd en beoordeeld, bijvoorbeeld Bolivia onder Evo Morales? In het meest recente artikel, uit 2010, wijst Assies wel al op de gespannen verhouding tussen president Rafael Correa en de inheemse beweging in Ecuador door onenigheid over de exploitatie van grondstoffen. Maar ook als recente ontwikkelingen ontbreken, blijven de geschetste factoren, dilemma’s en vragen actueel. Helaas moeten we sinds 2010 door Assies’s voortijdige dood zijn betrokken, deskundige en nuchtere – maar nooit cynisch of gedesillusioneerde – bijdragen missen.
Het is een uitstekend initiatief om deze artikelen te bundelen, maar jammer genoeg blijkt de uitgever niet geïnteresseerd in brede verspreiding. Voor een boek moet je niet minder dan 74 euro neertellen. Een andere blunder van de uitgever is dat niet de naam van Assies, als auteur van deze mooie stukken, op de rug van het boek wordt vermeld, maar die van de samenstellers. Ook een smet op een zo waardevol en met zoveel betrokkenheid verzorgd boek.
Dignity for the Voiceless. Willem Assies’s Anthropological Work in Context, uitgegeven door Ton Salman, Salvador Martí Puig en Gemma van der Haar, CEDLA Latin America Studies 103, New York/Oxford: Berghahn, 2004. 334 pag. ISBN 9781782382928, € 74,00