Geld of liefde? Dat is de hamvraag in Klanken van verlangen. De roman vertelt eigenlijk hetzelfde verhaal als Oscar Hijuelos’ eerdere succesroman De Mambo Kings met Songs of Love, waarvoor hij – als eerste Latino auteur – in 1990 de Pulitzer Prize voor fictie kreeg. Dat boek vertelt het verhaal van twee Cubaanse migrantenbroers die in New York doorbreken met hun muziekband met de bolero ‘Beautiful María of My Soul’, het nummer dat broer Nestor voor zijn geliefde María schreef. In Klanken van verlangen horen we het verhaal van María. Beide boeken zijn overigens prima los van elkaar te lezen.
In Klanken van verlangen vertelt María, hoofdpersoon uit het liedje, als zestigjarige de toedracht aan haar dochter. Het verhaal van haar jeugd speelt eind jaren veertig, als Amerikaanse toeristen Cuba overspoelen en Coca-Cola volop verkrijgbaar is. Als negentienjarig, analfabeet plattelandsmeisje trekt María naar Havana om haar geluk te beproeven. Ze is van een betoverende schoonheid en vindt werk als danseres in nachtclubs. María neemt haar intrek in een smoezelig pension, dat bevolkt wordt door hoeren en kakkerlakken.
Dan maakt de welgestelde en louche zakenman Ignacio haar het hof. María geniet van de rijkdom, maar verliest haar hart pas echt als ze trompettist Nestor ontmoet. Hij is beschaafd en knap, maar platzak. Als María kiest voor zekerheid, emigreert Nestor met gebroken hart met zijn broer naar New York, om daar met hun band The Mambo Kings furore te maken. Het is inmiddels de vijftiger jaren. Wat zal er van hun liefde overblijven?
De roman leest makkelijk weg, maar daar is ook alles mee gezegd. De stijl is vlak en doet geforceerd aan. Het echte manco van het verhaal is dat alles wordt voorgekauwd. Geen van de karakters komt uit de verf. Verder horen draken van zinnen als “Allemachtig, wat verschilde hij toch van Ignacio” thuis in een boeketreeks. Het zoetsappige gezwijmel dat alle perfectie en euforie moet benadrukken, werkt averechts. Dat geldt ook voor de seks, waarin het boek grossiert. Te pas en te onpas bespringen María en Nestor elkaar. Prima. Dat Nestors geslacht langer is dan haar onderarm en zo dik als haar pols, het zij zo. En daarom bolt natuurlijk “zijn zwembroek op de juiste plekken op”. Maar Hijuelos overschrijdt de grens van het ‘functionele bloot’. Hoe Nestor of María haar vochtigheid beroert? Het zal wel. “En ze kon geen fles melk of een beslagen glas Hauey-bier met een fikse schuimkraag zien, zonder te denken aan zijn zweet, zijn hartstocht, zijn gutsende sperma.” Lees dan gewoon een pornografische roman. Waar is de sensualiteit, de broeierigheid waar Cuba om bekend staat, al is het misschien een cliché?
Oorspronkelijk is de roman in het Engels geschreven. Vreemd genoeg is de originele titel, Mooie María van mijn ziel, naar Nestors bolero, in het Nederlands niet gehandhaafd. Pas in het derde deel wordt de roman enigszins interessant. Het karakter van María krijgt iets meer diepte, als ze haar leven overdenkt en het leven als migrant aardig naar voren komt. Bij de interactie tussen moeder en dochter komt wat humor om de hoek kijken. En van een voorspelbaar happy end is gelukkig geen sprake.
Kortom, de belofte van een ‘aangrijpende roman over een grote Cubaanse liefde’ van de uitgever wordt niet ingelost. Wellicht ben ik te weinig romantisch aangelegd.
Oscar Hijuelos, Klanken van verlangen, Karakter Uitgevers, 2011, Uithoorn, ISBN 9789061124979, 352 pag., €19,95, vertaling: Carolien Metaal