Wat hebben een zwembad in een arme gemeenschap in Argentinië, een excentrieke burgemeester in Bogotá en hergebruikt Amerikaans afval in Tijuana, Mexico, met elkaar gemeen? Het is allemaal onderdeel van de innovatieve stedelijke vernieuwingen van Latijns Amerika, zo lezen we in het boek Radical Cities: Across Latin America in Search of a New Architecture, geschreven door Justin McGuirk. Op het gebied van stadsvernieuwing, zo beweert hij, kan de wereld wat leren van Latijns Amerika. Hij onderbouwt zijn standpunt door zeer uiteenlopende architectuur- en stedenbouwprojecten te bezoeken. Hij beschrijft de projecten en toont verschillende kleurenfoto’s.
McGuirk start zijn boek met de modernistische sociale woningbouw in Latijns Amerika. In navolging van architecten als Le Corbusier bouwde Latijns Amerika in de jaren zestig en zeventig wijken vol onpersoonlijke megaflats. De wijken liggen aan de rand van de stad, vaak op meer dan een uur reizen van het centrum. Slechte bouwkwaliteit (door lage budgetten) en weinig onderhoud veroorzaken vroegtijdig verval. Het is geen wonder, zo schrijft McGuirk, dat vrijwel al deze wijken nu geplaagd worden door criminaliteit en vaak overspoeld zijn door informele krottenwijken.
In het nieuwe millenium komt hier echter verandering in. Participatief, pragmatisch en sociaal zijn nu de sleutelwoorden. Architecten gaan inzien dat een huis meer is dan vier muren. En wat betekent het beroep architect eigenlijk nog? McGuirk bespreekt meerdere architecten die vooral bezig zijn met politiek en politici, activisten en wetenschappers die willen bouwen. Architect-activisten noemt hij ze. Dit is de nieuwe sociale woningbouw, met nadruk op het woord sociaal.
Zo bezoeken we in het Argentijnse San Salvador de Jujuy de woongemeenschap Túpac Amaro, die wordt gerund door voormalig straatkind en bajesklant Milagro Sala. De organisatie – met zo’n 70.000 leden – verzorgt huizen, maar ook bibliotheken, een eigen tv-kanaal en zwembaden. Luxueus leven voor de armen is het streven. Hoe dat kan? Goed fondsenwerven, financieel management en goedkope arbeid door de gemeenschap zelf. Che Guevara is een van de helden van Sala. McGuirk ziet hier een kleine revolutie.
Ook bespreekt hij de bijna artistieke werkwijze van Antanas Mockus, voormalig burgemeester van Bogotá. Met kleine ludieke acties, zoals mimespelers inzetten om het verkeer te regelen en zichzelf verkleden als superheld, veranderde hij de instelling van de stadsbewoners. Op die manier, zo is zijn filosofie, zullen zij zelf de stad gaan veranderen.
In het laatste hoofdstuk komt de grens tussen San Diego, in de Verenigde Staten, en Tijuana, Mexico, aan bod. We ontmoeten Teddy Cruz, opgeleid als architect maar vrijwel nooit achter de tekentafel te vinden. Aan weerszijden van de grens probeert hij gemeenschappen op te bouwen gebaseerd op een middenweg tussen publiek en privaat, collectief en privébezit. De echte architect-activist, aldus McGuirk, moet misschien wel eerst de wetgeving veranderen om echt effectief te kunnen bouwen.
McGuirk is geïnspireerd door de projecten die hij bezoekt, maar hij blijft ook kritisch. Nadat Mockus aftrad als burgemeester ziet de auteur geleidelijk de oude mentaliteit weer terugkeren in Bogotá. Had het allemaal te maken met het charisma van één man? Opvallend genoeg komt die kritische blik juist naar voren bij de specifiek architecturele projecten, zoals favela-bairro in Rio de Janeiro en de Urban Think Thank in Caracas. De resultaten zijn ook hier tastbaar, maar McGuirk merkt dat architectuur alleen niet genoeg is. Er moet niet alleen fysieke verbetering in sloppenwijken komen, de hele stad moet transformeren om echt een leefbaar en sociaal geheel te worden.
Toch is de boodchap van McGuirk optimistisch. Op symbolische wijze sluit hij af met een project van Teddy Cruz in San Diego: de vernieuwingen uit Latijns Amerika trekken naar het noorden. En ook in andere landen zou men van deze initiatieven kunnen leren, zo beweert de auteur. Juist in steden waar de kloof tussen arm en rijk groot is, waar rijken zich terugtrekken in zogeheten gated communities, is radicale verandering nodig. Architectuur is een van de middelen hiertoe, maar architecten (of gemeenschapsleiders, politici, wetenschappers) moeten zelf de politieke mogelijkheden scheppen om deze veranderingen werkelijkheid te laten worden. Dat dit mogelijk is, bewijzen de projecten in dit boek.
Justin McGuirk, Radical Cities: Across Latin America in Search of a New Architecture, Verso Books, 2014, ISBN 1781682801, 288 pag., €24,99.