De titel klinkt dramatischer dan het verhaal in werkelijkheid is: Voortekenen van het einde van de wereld van de Mexicaanse auteur Yuri Herrera (1970), verschenen onder de Spaanse titel Señales que precederán al fin del mundo. Makina woont met haar zusje en hun moeder Cora in een gehucht op het platteland. Ze werkt in een telefooncentrale, spreekt drie talen (Spaans, Engels en latino) en is daarmee een sociale spil in het dorp.
Makina moet illegaal grens over, naar ‘de andere kant’, om haar oudere broer te zoeken en terug naar huis brengen. De jonge heldin is niet op haar mondje gevallen en houdt zich zo nodig de mannen van het lijf.
Om de reis te maken krijgt ze medewerking van dubieuze lieden die een zekere macht hebben en luisteren naar namen als meneer W, meneer H en meneer P. In een universum van ongeschreven regels en onuitgesproken verboden die voor alle betrokkenen volstrekt helder zijn, volgen mysterieuze ontmoetingen in een sauna, een casino en een stadion. Dankzij die contacten kan ze de oversteek maken via ene Chucho. Met weinig meer dan een briefje van haar moeder voor haar broer en een pakketje voor een van de schimmige meneren belandt ze aan de overkant. Daar zijn veel legale en illegale latinomigranten, op wie de politie weinig tuk is. Waarom zijn de bewoners aan de andere kant zo geobsedeerd door geweld?, vraagt Makina zich af.
Migratie verandert mensen, verandert identiteit, klinkt door in het verhaal van Herrera. “Dat gebeurt geloof ik met iedereen die deze kant op komt”, zei hij, “We zijn vergeten waarvoor we kwamen.” Herrera draagt het boek niet voor niets op aan familie, die ‘onderweg’ is. Wie de grens oversteekt, verandert niet alleen van taal maar ook van denken. Levens en werelden gaan uiteen lopen; ontworteling is een feit.
Thema van de novelle is (illegale) migratie, een ingrijpende ervaring in een mensenleven. Drijfveer is de zoektocht naar een beter leven, maar vaak is het meer een kwestie van overleven. Daarnaast kent het verhaal een diepere laag. Herrera koppelt migratie aan de mythologie van de Azteken. De titel voorspelt niet zozeer dat de wereld vergaat, maar verwijst naar stadia uit Azteekse mythologie, die de doden moesten doormaken op hun reis naar de negende en diepste laag van het dodenrijk. Daarom dragen de hoofdstukken intrigerende titels als ‘Daar waar de bergen staan’, ‘De ring van obsidiaan’ en ‘Daar waar de slang wacht’.
Het is verleidelijk en logisch om het verhaal één op één te plaatsen in Mexico en de Verenigde Staten, maar die worden nergens met name genoemd. Herrera’s verhaal speelt zich af in een abstracte wereld, hij heeft het over het Dorp, het Stadje en het Grote Zomp. Door het verhaal niet helemaal in te vullen laat hij ruimte voor de fantasie van de lezer en trekt hij het verhaal breder, tijdlozer. Overigens klinken de cultuurverschillen en subtiele kritiek op het leven aan ‘de andere kant’ wel door.
Opvallend detail is het (niet-bestaande?) (werk)woord ‘wegfinsteren’, dat regelmatig voorkomt in de tekst en waarvan je de betekenis aanvoelt in de context. Herrera levert in dit dunne boekje een mooie parabel af, met een prettige schrijfstijl. Terecht stond het dan ook op de shortlist voor de Premio Rómulo Gallegos, een van de belangrijkste literaire prijzen in de Spaanstalige wereld. Voortekenen van het einde van de wereld leent zich wat mij betreft goed voor een verfilming. Wie biedt?
Yuri Herrera, Voortekenen van het einde van de wereld, Uitgeverij Wereldbibliotheek, 2014, ISBN 9789028425460, 107 pag., €17,90, vertaling: Heijo Alting
Lees ook het interview met Yuri Herrera over zijn novelle Kroniek van een hofzanger